Wild Vlees
Wild Vlees
Onze Schotse hooglanders en Rode Geuzen lopen het hele jaar in natuurgebieden. Zij zijn onderdeel van het gebied, net als een das of ree. Het eerste deel van de winter scharrelen ze hun eigen kostje bij elkaar. Later in de winter als het gebied kaal is of als er sneeuw ligt, krijgen de dieren natuurhooi.
Deze dieren eten jaarrond grassen, kruiden, blad, heide, riet en twijgen. De dieren worden nooit afgemest, staan nooit op stal en worden rechtstreeks uit natuurgebied geslacht. Door dit natuurlijke dieet heeft het vlees van de wild grazers een sterkere smaak. Dit proeft u: het smaakt zoals vlees vroeger smaakte.
Dat wordt nog eens versterkt door het vet dat in de spieren zit, dit heet marmering. Dat is waar bijvoorbeeld de Japanse Wagyu runderen bekend om staan, maar Schotse Hooglander, Galloways en Rode Geus hebben het ook! Het vet dat tussen de spieren ligt, snijdt de slager weg. Het wildvlees bevat minder water, en is daardoor wat minder mals. De pakketten bevatten daarom minder luxe vlees dan de Natuurvlees pakketten: ze bevatten wat minder biefstuk, en juist meer stoofvlees.



Kalfsvlees
Kalfjes worden geboren om op te groeien tot koe, niet om geslacht te worden. Een enkele koe wordt soms schuw en verwildert. Haar kalf neemt dit gedrag over. De kuddes lopen vaak in gebieden toegankelijk voor wandelaars. Uit voorzorgsmaatregel slachten we zo’n wilde koe en ook haar kalf. Het kalf is dan tussen de 8 maanden en 11 maanden oud. Het kalf wordt niet afgemest, en is volledig grasgevoerd: daardoor is het vlees donkerder van kleur.